Tijdens de raadsvergadering van 26 januari stonden de randvoorwaarden rond de huisvesting van vluchtelingen in Barendrecht op de agenda. De discussie spitste zich vooral toe op het percentage sociale woningenbouw dat de gemeente beschikbaar zal stellen.
Het college ging uit van 25 procent. Een percentage dat GroenLinks een ‘strak plafond’ noemde, omdat het, in de woorden van fractievoorzitter Tanja de Jonge ‘de flexibiliteit uit de plaatsingsmogelijkheden haalt’.

Nadat een amendement van EVB, VVD en D66 was aangenomen om het maximale percentage van 25 naar 20 procent te verlagen, besloot GroenLinks tegen het besluit van het college te stemmen. Niet omdat de partij tegen de huisvesting is, maar om aan te geven dat GroenLinks vindt dat het gemeentebesluit te weinig doet voor vluchtelingen.

Fractievoorzitter De Jonge stelde: ‘GroenLinks blijft het lastig vinden in deze raad om te debatteren en besluiten over uitvoeringskwesties waarvoor geen visie en strategie beschikbaar is om het uitvoeringsvoorstel aan te toetsen’. Zij doelde daarmee op het ontbreken van een woonvisie. Daardoor was er ook geen helder antwoord op het totale aanbod sociale huurwoningen: ‘Gaat het college ook in gesprek met Vestia en Havensteder en ook de toekomstige partner Woonvisie over hun bijdrage in het beschikbaar stellen van sociale woningen voor vergunninghouders?’

De Jonge benadrukte dat we als samenleving ‘met een gezamenlijke opgave zitten voor het huisvesten van vergunninghouders’. De gemeente heeft nog weinig ambities laten zien: ‘We doen alleen wat het rijk van ons verwacht’. Daarom lijkt het voor GroenLinks niet meer dan logisch om met zoveel mogelijk partijen, ook particuliere aanbieders van woningen, te spreken over hun bijdragen.
Daar voegde zij aan toe te hopen ‘dat met deze partijen gekeken kan worden naar een evenwichtige verdeling in de wijken en zoveel mogelijk voorkomen dat vergunninghouders buiten bewoonde zones komen, bijvoorbeeld bij herontwikkeling van gebouwen’.

GroenLinks vond het percentage van 25 procent een ‘prima richtlijn’, maar diende een amendement in om ‘waar mogelijk meer dan dit percentage’ sociale woningbouw in te zetten. Dit om te voorkomen dat vergunninghouders geen woning toegewezen krijgen ’omdat de grens van 25 procent is bereikt’.
Dit amendement werd echter met 20 stemmen tegen en 8 voor verworpen.

Het amendement van EVB, VVD en D66 om het percentage te beperken tot maximaal 20 procent werd wel aangenomen. Volgens De Jonge is de algemene lijn uit de debatten, dat er een kloof in sociale en humane opvattingen zit tussen coalitie en oppositie. Dat is jammer: ‘In een land en een gemeente waar toch een relatief hoge levensstandaard is dat wellicht moeilijk aan vluchtelingen en vergunninghouders uit te leggen’.
GroenLinks gelooft dat er genoeg draagvlak in Barendrecht is: ‘Kijk hoeveel vrijwilligers zich uit eigen beweging al verenigen en ook Barendrechters die in het land aan het helpen zijn’.

GroenLinks stemde uiteindelijk als enige partij tegen het huisvestingsbesluit van het college: ‘Wat ons betreft mag het een flink onsje meer zijn als het gaat om het aantal op te nemen vergunningshouders’.